Over Ons


Hett Surinaamse Rode Kruis is een door vrijwilligers gedragen humanitaire hulporganisatie die zich inzet voor de meest kwetsbare mensen in de Surinaamse samenleving. Als hulporganisatie is zij opgericht als afdeling van het Nederlandse Rode Kruis op 20 juni 1940 om daarna op 19 september 1980 haar eigen status te verkrijgen. Het hoofddoel van het Surinaamse Rode Kruis is het voorkomen en het verzachten van menselijk leed in de ruimste zin des woord op een onpartijdige wijze, zonder enig onderscheid te maken op grond van nationaliteit, ras, geslacht, geloof, taal, maatschappelijke of politieke overtuiging.


De organisatie

Bestuur


De Vereniging van het Surinaamse Rode Kruis heeft een dagelijks bestuur dat het beleid van de organisatie uitstippelt. Het bestuur bestaat uit 7 leden te weten:

  • De heer M. Tjon Sie Fat – Voorzitter
  • Mevrouw M. Adhin - Ondervoorzitter
  • De heer V. Finck – Penningmeester
  • Mevrouw C. Mac-Intosh – Commissaris Vrijwilligers
  • De heer S. Panchoe – Juridisch Adviseur
  • De heer R. Verwey – Commissaris Resource Development
  • De heer J. Bharratt - Commissaris Jeugd

Directie


De dagelijkse leiding van het Surinaamse Rode Kruis is in handen van een algemeen directeur, de heer G. Wijngaarde. Hij is verantwoordelijk voor alle werkzaamheden van het SRK en legt verantwoording af aan het dagelijks bestuur. Als directeur overziet hij de volgende programma’s:

  • De Disaster Management Unit, waaronder ook het ZFTI-trainingsinstituut dat EHBO-training verzorgt;
  • De Vrijwilligers Management Unit;
  • De Communicatie Unit

Algemene Ledenvergadering


De Algemene Ledenvergadering is het hoogste orgaan binnen de vereniging. Zij heeft als taak het vaststellen van statuten, het goedkeuren van de jaarrekeningen, het kiezen van het bestuur en zij bepaalt mede het strategisch pad dat de organisatie opgaat.

Grondbeginselen



Humaniteit

De Internationale Rode Kruis Beweging, voortgesproten uit het verlangen om aan gewonden op het slagveld, zonder enige discriminatie, hulp te verlenen, tracht in haar nationale- en internationale hoedanigheid om, waar dan ook, menselijke lijden te voorkomen en te verlichten. Zij heeft ten doel leven, gezondheid en respect voor de mens te beschermen. Zij stimuleert wederzijds begrip, vriendschap, samenwerking en duurzame vrede tussen alle volkeren.

Onpartijdigheid

Zij maakt geen onderscheid ten opzichte van nationaliteit, ras, godsdienstige overtuigingen, stand of politieke opvattingen. Zij tracht, daarbij slechts geleid door hun behoeften, het lijden van mensen te verzachten en prioriteit te geven aan de meest dringende noodgevallen.

Neutraliteit

Om het vertrouwen van allen te blijven genieten mag de Beweging geen partij kiezen bij vijandigheden en nimmer mag zij verwikkelt raken in controverse van politieke, raciale, godsdienstige of ideologische aard.

Onafhankelijkheid

De Beweging is onafhankelijk. De Nationale Verenigingen, hoewel hulpverleners in de humanitaire diensten van hun overheden en vallend onder de wetten van hun respectieve landen, moeten te allen tijde hun autonomie behouden om zodoende altijd te kunnen handelen overeenkomstig de grondbeginselen van de Beweging.

Vrijwillige Dienst

Zij is een ondersteuningsbeweging geschoeid op vrijwillige basis, die op geen enkele wijze gedreven wordt door het verlangen er voordeel uit te halen.

Eenheid

Er kan in elk land slechts één Rode Kruis Vereniging zijn. Zij moet voor eenieder open staan en moet haar humanitair werk binnen het totale grondgebied uitvoeren.

Algemeenheid

De Internationale Rode Kruis Beweging, waarbinnen alle Verenigingen dezelfde status hebben en dezelfde verantwoordelijkheden en plichten delen bij het helpen van elkaar, is een wereldwijde organisatie.

Rode Kruisembleem


Als symbool voor deze hulpverleningsorganisatie van het Rode Kruis koos men voor een rood kruis op een witte achtergrond. Al spoedig kwam hier het Rode Halve Maan embleem bij, dat in de meeste islamitische landen wordt gebruikt.

Het is het hulpsymbool voor de gewonden en zieken en is waarschijnlijk het meest bekende symbool over de hele wereld. Voor zijn twee gebruiksmogelijkheden heeft het embleem twee afmetingen.



Het klein symbool ter aanduiding:

Het gebruik van een klein symbool in vredestijd duidt aan, dat een vrijwilliger bij een Nationale Vereniging behoort. Met een klein embleem worden de Nationale Vereniging, gebouwen, voertuigen en materiaal aangegeven.

Het groot beschermende embleem:

Het gebruik van het grote embleem in oorlogstijd is een beschermend teken. Voor medisch personeel en medisch equipment waaraan de autoriteiten de bescherming koppelen van het Geneefse Verdrag en de bescherming van alle slachtoffers in een gewapend conflict.
Leer de mensen de gebruiken van het embleem niet te verwarren en ze niet anders te gebruiken dan voor strikt Rode Kruis taken; dan zullen ze door het embleem beschermd worden.
Respecteer het gebruik van het embleem, jouw leven kan in tijd van nood hiervan afhangen!

Humanitair oorlogsrecht


Het oorlogsrecht, dat ook internationale humanitair recht wordt genoemd, is het geheel van de internationale normen voor de bescherming van slachtoffers van gewapende conflicten. Ze zijn principieel vastgelegd in de Conventies van Genève en de aanvullende protocollen daarvan. Het heeft betrekking op de behandeling van personen tijdens een gewapend conflict, alsmede de methoden van oorlogsvoering (waaronder verboden wapens) en het bestuur van bezette gebieden.

Conventies van Genève


Het oorlogsrecht wordt breedvoerig omschreven in de Conventies van Genève. Het eerste Verdrag van Genève werd in 1864 door de oprichter van het Rode Kruis, Henry Dunant, opgesteld, nadat hij getuige is geweest van een vreselijk slagveld tijdens oorlog in een Italiaans dorpje Solverino. Hiermee deed hij een oproep aan de wereld om internationale regels te bepalen over oorlogsvoering. De huidige vier verdragen dateren uit 1949 en zijn later aangevuld met een aantal protocollen. De 4 verdragen van Genève zijn als volgt:

  • 1ste Verdrag: Het beschermen van gewonde en zieke militairen, medisch personeel en/of geestelijken
  • 2e Verdrag: Het beschermen van de gewonden, zieken, medisch personeel, geestelijken van de gewapende machten op zee
  • 3e Verdrag: Het beschermen en behandelen van oorlogsgevangenen
  • 4e Verdrag: Het beschermen van burgers in vijandige of bezette gebieden


Aanvullende protocollen:

De conventies worden in 1977 aangevuld met twee protocollen, die als volgt worden omschreven:
  • Aanvullend Protocol (I) bij de Verdragen van Genève gaat over de bescherming van slachtoffers van internationale gewapende conflicten. Dit betreft oorlogen tussen verschillende landen.
  • Aanvullend Protocol (II) bij de Verdragen van Genève gaat over de bescherming van slachtoffers van niet-internationale gewapende conflicten. Dit betreft conflicten waarin één of meer gewapende groepen tegen een land vecht(en).

  • In 2005 wordt nog een derde aanvullend protocol aan de Verdragen van Genève toegevoegd. Dit verdrag stelt het ‘rode kristal’ als aanvullend onderscheidend embleem in naast het rode kruis en de rode halve maan.


Sluit je vandaag nog aan als vrijwilliger of als lid!

+597 498520



Registreer hier