Rode Kruis doet schade en behoefte assessment in ondergelopen Brokopondo
May 2, 2022PERSBERICHT OP WERELD RODE KRUIS EN RODE MAANDAG
May 8, 202206 mei 2022 – Zuster Esseline Kranenburg- Vyent, geboren in Paramaribo op 20 februari 1923, was de oudste vrijwilliger bij het Surinaamse Rode Kruis. Toen er in 1938 sprake was om een Rode Kruisvereniging in Suriname op te richten, was zij een 15-jarige nieuwsgierige tiener die wilde weten wat toch de speciale brieven waren die ze bij de gouverneur moest bezorgen. Zo kwam ze al spelenderwijs terecht in het jongerenclubje ‘Driehoek’. Al snel werd dat serieus: de oorlog brak uit en de jongelui leerden in hun club verbanden aanleggen en zieke mensen helpen.
Dit zou de voorloper zijn van het jongerenwerk van het Rode Kruis. Esseline Kranenburg is niet alleen EHBO’er geweest maar ook bloeddonor, collectant en SRK-activist. Zij stond aan de wieg van de zorg voor mensen met een beperking. Voor haar tomeloze onbaatzuchtige inzet is ze tweemaal gedecoreerd, het laatst in de Orde van de Gele Ster.
“Overal in de stad heb ik gelopen om naar invaliden te zoeken”
Zuster Finck vroeg mij of ik invalide mensen wilde gaan opzoeken. Want vroeger kwamen er geen invaliden buiten, men hield die mensen binnen, uit beeld. Het was ongeveer eind jaren vijftig, ik ben vergeten wanneer het precies was. In die tijd had je nog helemaal geen scholen en opvang voor die mensen. Overal in de stad heb ik gelopen om naar invaliden te zoeken.
Op sommige plaatsen hadden ze het niet zo goed. Zuster Finck had geregeld dat zij dan elke week wat dingen konden krijgen als kip, rijst en zo. Wij gingen overal een beetje bedelen, naar lakens zoeken, naar dit en dat zoeken. We kregen dan pakjes en brachten die voor ze.
We begonnen om in december een brunch voor ze te houden, in het kampement. Voor die dag kregen we auto’s van mensen. We gingen de invaliden ophalen met twee of drie EHBO’ers in een wagen. Op een erf aan de Kwattaweg vond ik eens twee jongens, liggend. Hun moeder woonde op het erf. Zij moest alles voor die jongens doen. Ik legde haar uit dat we ze wilden komen halen om een beetje uit te gaan. Ik zei: “Dan komen ze bij ons, dan krijgen ze lekkers”. De moeder zei: “Maar hoe gaan ze dan, want ze hebben geen kleren”. Ik zorg daarvoor, zei ik. Aan zuster Finck heb ik alles verteld. En ook gezegd dat ik vind dat ze niet goed liggen, dat hun matras veel te plat is. Toen zijn we bij Kirpalani gaan bedelen. Die hebben ons slaappyama’s gegeven en daarmee zijn die jongens naar het kampement gekomen. Ze waren zo blij, en ze hebben ook dingen gewonnen. Het was een feest als een feest.
Zuster Kranenburg was steevast betrokken bij het Health Assistant Team (HAT) vrijwilligers, dat vroeger bekend was als het Rode Kruis EHBO Korps; zo ondersteunde ze samen met de andere vrijwilligers de Avond Vierdaagse (AVD) wandelloop om EHBO te verlenen aan wandellopers die dit nodig hadden. In de voorhoede van de wandelmars liep zij in het Rode Kruis Korps met hun EHBO-tas achter de militairen aan die de kopgroep waren. Zuster Kranenburg was een begrip in de samenleving als het om voetbalwedstrijden ging. Als een voetballer met een blessure neerviel op het veld, was zij een van de eerste vrijwilligers die met een emmer met koud water en een spons rende naar de geblesseerde speler om EHBO te verlenen. Haar man, broeder Kranenburg, was ook vrijwilliger verbonden aan het SRK.
Zij was ook betrokken bij de Welfare vrijwilligersgroep van het SRK. Deze groep promoot voornamelijk ‘social-inclusion’ voor eenieder binnen de Surinaamse samenleving. Door tussenkomst van het Surinaams bedrijfsleven konden de Welfare-vrijwilligers van het SRK leuke sport- en gezelschapsdagen organiseren voor mensen met een beperking en senioren van bejaardentehuizen. Zuster Kranenburg is een inspiratie geweest voor vele vrijwilligers van het Rode Kruis. Zij hebben veel van haar geleerd in de afgelopen jaren, daar zij een bron van informatie was als het ging over het humanitaire werk in Suriname. “Een ICOON is ons voorgegaan”, zoals vrijwilliger Bill Fung Loi haar omschrijft. “Moge haar ziel verkeren in de heerlijkheid van de Almachtige”. Wij zijn dankbaar dat zij haar talenten heeft gebruikt binnen onze organisatie om de kwetsbare mens te ondersteunen. En wij zijn ook dankbaar dat haar familie haar die gelegenheid heeft geboden. Wij wensen daarom de nabestaanden heel veel troost en sterkte toe in deze droeve dagen!
Bestuur, directie, medewerkers en de vrijwilligers van het Surinaamse Rode Kruis.